December 21, 1992: Disaster strikes Faro, Portugal. A Dutch Martinair DC-10(owned by the Dutch Airforce and operated by Martinair) crashes at the airport leaving many passengers and crew members dead or wounded.
Cor ten Hove, the author of this book, is a passenger on that plane. He survives, but his life will never be the same. In this book he describes the plane crash and the impact it has on his life ever since. He has had to deal with, and is still dealing with problems relating to health care, insurance, legal cases, financial concerns, employment, interactions with government bureaucracies, and much more.
The surveys included in this book, conducted among survivors and relatives of the victims of the Faro air disaster, show that this is not the story of one man. It’s not even the story of only Faro air disaster survivors. Unfortunately it’s the story of many individuals who have found the path to recovery littered with unanticipated obstacles.
Modern society, its institutions and legal systems are poorly prepared to deal with complicated situations that persist in the long term. If a situation is too complex and lasts too long, the institutions in question increasingly seem to insist that the individual just needs to get over it and move on. The
The imperative is to face what this story says about the limited ability of societal systems to meet their obligations to the individuals who constitute society. The first step towards achieving this is to develop greater social awareness of the effects of disasters, so that inter-related effects are not treated as unrelated problems.
Epiloque/ Naschrift Cor ten Hove
Na het lezen van de heldere recensie van mijn boek FARO: de ramp na de ramp wil ik de lezers een nagekomen gedachte meegeven.
Aan het einde van mijn verhaal beschrijf ik dat ik klachten ervaar die ik vind lijken op een TIA. Ik krijg daarvoor diverse onderzoeken die niets wezenlijks aantonen. Ik constateer in mijn boek: “Helaas is er nog erg weinig kennis over de wisselwerking tussen lichaam en hersenen. Snelle ontwikkelingen in de wereld van virtual reality kunnen volgens mij helpen mensen met behulp van computers in levensechte situaties te testen en te onderzoeken.”
Jaren later blijf ik last houden van dezelfde soort klachten. Niemand kan herkent mijn klachten, ik word niet geholpen.
In 2008 komt een nicht uit Nieuw Zeeland op bezoek. Zij werkt in een hersenletsel instituut. Zij herkent mijn klachten al snel als hersenletsel. Eerst herkent zij mijn beschrijving van mijn klachten en ervaringen. Tijdens een wandeling in de stad herkent zijn mijn klachten ook in de praktijk.
Dankzij Google-zoektips van haar vind ik een hersenletsel-instituut in Den Dolder. Daar worden mijn klachten ook al direct herkend. Zij kennen een onderzoek (SPECT-scan) die wel een oorzaak van mijn klachten kan aantonen. Dit onderzoek toont een verminderde doorbloeding in twee samenwerkende delen van mijn brein.
Helaas kan er niets aan gedaan worden. Hoewel medicatie een deel van de problemen vermindert.
Ik ben in ieder geval van een grote zoektocht af. Ik weet nu ook dat mijn klachten niet liggen aan een nog onverwerkt psycho-trauma, zoals vaak de standaard reactie was.
Mijn idee is dat er meer mensen zullen zijn met een onopgemerkt licht hersenletsel na ongevallen als de onze.
Er komt langzaam meer aandacht voor het begrip Hoog Energetisch Trauma. Voor het eerst heb ik daarover gehoord na de Turkish Airlines crash op Schiphol.
Het zou mooi zijn indien er een Hoog-Energetisch-Trauma-Kenniscentrum wordt opgericht.
Niet alleen voor overlevenden van vliegtuigcrashes maar ook voor andere vormen van massa-vervoer als bus en trein. Temeer daar er steeds meer Hoge Snelheids Treinen komen.
Zo’n Kenniscentrum zou gevraagd en ongevraagd overlevenden en hun behandelaars moeten bijstaan.