Van de oorlogsvliegtuigen aan de Somme uit WW1 gaan we deze keer naar een verhalenbundel met 9 verhalen die wat later speelden in de vorige eeuw, opgeschreven door Jan Breman. Jan Breman heeft zijn leven lang gevlogen. In vele vliegtuigen deed hij dat en in deze verhalenbundel wil hij ons laten voelen wat dat vliegen bij mensen los kan maken. In de 9 verhalen passeren allerlei vliegtuigtypes de revu; van Piper tot Auster en van Cessna tot 747 en Tiger Moth. En dat in meerdere werelddelen.
Het woordje ‘liegers’ in de titel van dit boekje refereert naar het aandikken, romantiseren, mooier maken van vliegerbelevenissen. Zeg maar wat we aan de ACHA-bar wel eens doen als we terug zijn van een dagje vliegen. ‘Liegen’ zoals Jan Breman dit doet mag natuurlijk en dat maakt het ook leuk om deze verhalen te lezen. Het boek straalt de passie uit van iemand die vliegen in het DNA van al zijn lichaamscellen heeft zitten. Jan Breman schrijft zoals ik wel eens denk als ik de lucht in ga. Hij is een schrijver die vanuit zijn gevoel schrijft. Hij ‘ziet’ en schrijft over dingen zoals ik ze ook zou kunnen waarnemen.
Persoonlijk vind ik dat de schrijver soms wat detaillistisch schrijft over allerlei aspecten van het vliegen, onderdelen van vliegtuigen en uitgebreide gedachtenspinsels. Dit detaillisme zorgt er voor dat je soms wat moeilijk door het boek heen leest. Het is hier en daar wat wollig geschreven waardoor je af en toe afhaakt.
Voor de lezer die leesbare liefde zoekt voor de vliegerij is dit boekje zeer lezenswaardig. Veel passie maar waar is de peper?! Goed voor drie thumbs up dus!
Geef een antwoord