Op de een of andere manier vind ik dit een bijzonder boekje. Waarom ik dat vind leg ik zo uit. De eerste versie van het boekje stamt uit 2013, maar het is in 2016 opnieuw -ietwat gewijzigd- in eigen beheer uitgebracht door de schrijver René Silbermann. Het boekje bevat 25 hoofdstukken die tezamen de fascinatie van de schrijver voor luchtvaart in het algemeen en de PH-JBB (een Cessna 172) in het bijzonder uitdrukken. Maar dat is het niet alleen. Het boekje gaat met name ook over het leven van de schrijver en de psychose die zich van hem meester maakte en wat dat met hem als persoon deed. Tussen de hoofdstukken over zijn levensloop en de JBB- fascinatie door zitten enkele hoofdstukken van wat meer mythische en geschiedkundige aard, namelijk over Ikarus, de gebroeders Montgolfier, Otto Lilienthal en de gebroeders Wright.
René Silbermann beschrijft hoe hij zich vanaf 1983 ‘ junior aviation specialist’ ging noemen nadat hij een rondvlucht gewonnen had vanaf Teuge. Hij verloor zich vanaf dat moment in de luchtvaart, gaf spreekbeurten over luchtvaart en ging op in vliegtuigboekjes waaronder die uit de ‘Luchtvaart-jaartal-serie’ en de ‘Flying Buyers Guide’. Herkenbaar hoe hij zich bezig hield met allerlei details die in die boekjes stonden! Hij ging jaarlijks enkele malen naar het eiland Ameland op vakantie en luisterde er met zijn Supertech- radioscanner het radioverkeer uit. Grappig dat hij zich een ‘vliegveldhangjongere’ noemt. Die term kende ik nog niet en mag wat mij betreft in de Dikke Van Dale. Daarmee zou aan meer mensen eer aangedaan worden! Ik zie de schrijver als jochie al liggen in de duinen bij Vliegveld Ameland met een krakende radioscanner. Soort van romantisch beeld in dat opzicht. Hij was in mijn ogen een heuse Ameland-airbase-vliegtuigspotter en het is ergens ook wel mooi hoe hij een band kreeg met het eiland en de schitterende luchthaven die hij ook van bovenaf ervaren heeft middels een zweefvlieg-introductiedag van zijn universiteit.
Op vliegveld Ameland ziet hij door de jaren heen de PH-JBB, waar hij een sterke emotionele binding mee krijgt; het wordt zijn -zoals hij dat noemt- ‘untouchable glory’ en dat lezen we door het hele soms cynische, soms sarcastische, dan weer humoristische boek heen terug. Hier en daar gebruikt de schrijver ook zijn fantasie met wat uitstapjes naar erotiek. Hij was een keer in de veronderstelling dat de JBB gestolen was vanaf Ameland en diezelfde dag crashte, maar -gelukkig voor de schrijver- bleek het uiteindelijk een ander vliegtuig te zijn. De schrijver beschouwt hier en daar ook de luchtvaart vanuit met name economisch perspectief. Dat is dan weer een verwijzing naar het feit dat hij economie gestudeerd heeft.
Zoals eerder aangegeven vind ik het boek een ‘bijzonder’ boek; Ik vind het mooi dat iemand werk heeft gemaakt met het schrijven van zijn binding met de PH-JBB in de context van zijn levensloop en daarbij niet schroomt ook in te gaan op de moeilijke tijden die ontstonden doordat hij een psychose kreeg. In meerdere opzichten stelt de schrijver zich met het schrijven van dit boek kwetsbaar op in mijn ogen. Mooi overigens dat hij het boekje in eigen beheer geschreven en uitgegeven heeft. Dat kan ik ook anderen alleen maar aanraden!
Het boek is ook wel een beetje een apart en soms vreemd boek. Er staan veel Engelstalige quotes in de tekst (bijv. ‘LittlebabyCessnas’ of I cried a river. An Aegean Sea’) die als het ware een soort van korte meta-beschouwing -mijn woorden- zijn op een stuk voorgaande tekst/ inhoud. Ergens wel creatief, maar ik had daar als lezer soms moeite mee. Wat ik ook ‘bijzonder’ vond was o.a. het sprookje dat ergens achteraan als een soort van gedicht toegevoegd is. De schrijver verliest mij daarmee als lezer een beetje, maar enfin, hij vond het belangrijk op te nemen in het boek en daar gaat het om en daarmee is zijn doel geslaagd! Ik begrijp van de schrijver via de mail dat hij inmiddels niet meer zo’n luchtvaartenthousiast is. Zo kan het gaan in het leven! Dank dat je je verhaal met ons wilde delen René!
Geef een antwoord