Wie Robert Mason’s “Chickenhawk” interessant vond, zal Tom A. Johnson’s “To the Limit” zeker waarderen. Johnson beschrijft zijn uitzending als helikopterpiloot naar Vietnam in 1968, het jaar van de slagen om Hue en Khe San.
Als je altijd al hebt willen weten hoe het is om in een moeilijk bestuurbare, fragiele en overladen Huey op een oneffen knollenveld te landen, terwijl er uit onbekende richting met alles wat los en vast zit op je geschoten wordt, dan heb je met dit boek een veilig substituut voor de echte ervaring. In 22 chronologisch geordende hoofdstukken, die je veelal in één avond kunt uitlezen, beschrijft Johnson even zovele gevechtsmissies. Dat betekent niet dat het alleen maar spanning en actie is wat de klok slaat. Johnson zet ook de context van de gevechten uiteen, veelal aan de hand van een plattegrond van het operatiegebied. Die uiteenzetting is doorgaans feitelijk en zonder wijsheid achteraf. De kracht daarvan is, dat je kunt begrijpen waarom een piloot en de door hem vervoerde infanteristen in 1968 hun leven op het spel zetten voor iets waarvan wij nu -alleen al vanwege de uitkomst van de oorlog- menen te weten dat het zinloos geweest is.
Johnson is een getalenteerd schrijver, maar om het verhaal te volgen is wel enige kennis van legerafkortingen, callsigns en ook van de besturing van een helikopter noodzakelijk. Dialogen zijn soms één grote tango van Alfa’s en Bravo’s. Dat geeft het verhaal directheid en vaart, maar kan een obstakel zijn voor de onvoorbereide lezer. Weliswaar wordt in een appendix de besturing van een helikopter uit de doeken gedaan, maar ik vermoed dat niet iedere lezer zin heeft om deze eerst door te ploegen. Een goede remedie is, mijns inziens, eerst Mason’s ‘Chickenhawk’ lezen en dan “To The Limit” als een soort deel twee. Voor Mason’s boek is dezelfde kennis noodzakelijk, maar in Mason’s boek is deze deels in het verhaal geïntegreerd.
Waar door “Chickenhawk” als rode draad Mason’s aftakelende geestelijke gezondheid loopt, stapt Johnson na iedere zenuwslopende missie even monter uit zijn helikopter als hij erin stapte. Ieder hoofdstuk beschrijft een specifieke operatie en kan, in principe, los gelezen worden. “To the Limit” is daardoor niet echt een afgerond verhaal. Het is meer een verzameling avonturen, die even goed in een andere volgorde gepresenteerd hadden kunnen worden. Dat betekent niet dat het boek oppervlakkig is. Er is simpelweg een andere persoonlijkheid aan het woord, van iemand die niet gedesillusioneerd raakte, maar die net zo boeiend en intelligent vertelt.
Geef een antwoord