78th Review- ‘Eenige wakkere jongens’- Nederlandse oorlogsvliegers in de Britse luchtstrijdkrachten 1940-1945

  • Eenige wakkere jongens - Nederlandse oorlogsvliegers in de Britse luchtstrijdkrachten 1940-1945

    Erwin van Loo
    Boom
    2013
    Dutch
    X X X X X
    500 pg.
    9789461059260

    Wat zou jij doen voordat je missie start vanaf ergens in Engeland naar een stad in bezet Europa? Speel je een potje ‘pesten’ met je crew of kots je je lijf leeg in de struiken achter het toestel?! Ik was aangenaam verrast door de boeiende inhoud en het gemak waarmee Erwin van Loo met goed […]

  • Koop bij bol.com

    Wat zou jij doen voordat je missie start vanaf ergens in Engeland naar een stad in bezet Europa? Speel je een potje ‘pesten’ met je crew of kots je je lijf leeg in de struiken achter het toestel?! Ik was aangenaam verrast door de boeiende inhoud en het gemak waarmee Erwin van Loo met goed leesbare en interessante inhoud voor de dag komt in dit –jawel- proefschrift. Veel archieven en boeken zijn ten behoeve hiervan bestudeerd en er zijn 47 interviews gehouden met vliegend en grondpersoneel uit die tijd. ‘Eenige wakkere jongens’ behelst een studie over de Nederlandse luchtstrijdkrachten in Groot-Brittannië (GB). Dit boek heeft de pretentie het complete en ware verhaal H01-12smllachter de ‘oorlogsvliegers’ in de Tweede Wereldoorlog op te tekenen. Waarbij onder ‘oorlogsvliegers’ wordt verstaan de groep Nederlanders die de functie van vlieger, waarnemer, vliegtuigtelegrafist of boordschutter vervulde.

    Het boek geeft antwoord op de vraag wat de achtergrond van de oorlogsvliegers was en welke ervaringen zij opdeden in de luchtstrijd boven West- Europa. Het boek is een lekker lezend geschiedenisboek met veel interessante feiten die starten met een heldere beschrijving van de vorming van de RAF en haar relatie met andere vliegende onderdelen uit het Koninkrijk zoals onder andere de Britse Marine en haar Fleet Air Arm of the RAF (FAA). Over de context in die tijd; halverwege de oorlog werkten er in GB 1,8 miljoen mensen in de vliegtuigindustrie, die er voor zorgden dat er alleen al in 1944 26.000 vliegtuigen geproduceerd werden. Nauwelijks voor te stellen! Hoeveel F-35’s hebben we momenteel in bestelling uit staan in de VS tegen welke hoeveelheid politiek gekrakeel?! In GB werden meer dan 680 nieuwe vliegvelden in gebruik genomen om die vliegtuigen allemaal de lucht in te krijgen en alleen al bij de RAF zijn er totaal gedurende de oorlog 340.000 oorlogsvliegers in dienst geweest. Enorme aantallen die we ons nu toch echt niet meer kunnen voorstellen. Veel vliegers werden in de oorlogsjaren in Canada opgeleid. Tijdens die opleiding (of net daarna) alleen al verloren 5.300 mensen uit meerdere landen het leven en raakten er 3.100 gewond.

    Er wordt uitgebreid ingegaan op de bijdragen vanuit de verschillende landen aan de luchtstrijdkrachten en het aandeel van Nederland hierin. Uiteindelijk telde de RAF 45 squadrons met militairen uit 6 bezette Europese landen. Dit was ongeveer 10% van het totale aantal ‘frontlijneenheden’ van de RAF. Interessant informatie is opgenomen over de oprichting van 320 Sqn op 1 juni 1940 en over haar verdere activiteiten. Het 320 Sqn vloog in de oorlog onder andere met Fokker T-VIIIW’s, Northrop N-3PB’s, Hudsons en Mitchell-bommenwerpers. Getuige de kaartjes die in het boek opgenomen zijn over de locaties van aangevallen kustdoelen, schepen en doelen op het vasteland was dit squadron erg actief. Verder wordt uitvoerig ingegaan op de opleiding van de jachtvliegers. Deze vond plaats in Canada en in 12 a 16 weken (later 28 weken) vlogen de cadetten 100 tot 150 uur. Ook aan de opleidingen tot waarnemer, navigator en bommenrichter- en boordschutter wordt aandacht besteed. In totaal werden 75 Nederlandse vrijwilligers onder Britse vlag tot waarnemer opgeleid en 96 tot vliegtuigtelegrafist.

    Wel bijzonder vond ik het om te lezen dat de totstandkoming van de crews van bommenwerpers gebeurde door iedereen afkomstig van een nieuwe cursus -in Engeland- in een ruimte samen te brengen en hen vervolgens de opdracht te geven zelf bemanningen te vormen. Na het vormen van de crews begon de eigenlijke gevechtstraining. H07-14smllIn het boek wordt uiteraard ook ingegaan op het 322 Sqn. Dit squadron ontstond op Woodvale bij Liverpool op 12 juni 1943 met 18 nieuwe Spitfires van in totaal £165.000 die niet in de begroting opgenomen waren bij het Nederlandse Ministerie van Oorlog! Blijkbaar had de oprichting van dit squadron aanvankelijk geen al te grote prioriteit. Overigens hebben deze Spitfires weinig luchtgevechten uitgevoerd. Ze werden met name ingezet voor het neerhalen van V1’s en later voor het escorteren van bommenwerpers en aanvallen van diverse doelen op de grond.

    Uiteraard bevat dit proefschrift demografische info over de herkomst van de oorlogsvliegers; waar kwamen ze vandaan?; Wat was hun sociale klasse?; Wat hadden ze gestudeerd?; hoeveel mensen kwamen er door de selecties?; etc. Ik sprak laatst nog een oud-havenmeester van 96 jaar oud die blij was dat ie vóór de oorlog niet door de selectie voor piloot gekomen was, omdat veel mensen niet meer levend terug kwamen. Hij had gelijk, want ongeveer 32% van de oorlogsvliegers kwam om het leven bij gevechtsoperaties.

    De hoofdstukken over het leven op de grond en in de lucht vond ik het boeiendst. Ze beschrijven onder andere hoe de verschillen in rangen uitwerkten in H03-14smllhet dagelijkse leven maar ook de dilemma’s –het bombarderen van je thuisland- en de achtbaan van emoties waar de oorlogsvliegers in verzeild konden raken. Het behoeft geen betoog dat het gevaarlijk was om te vliegen en de kans op overlijden groot was. Erwin van Loo integreert in deze hoofdstukken veel persoonlijke verhalen en details van de oorlogsvliegers; Henk Maas van 320 Sqn die standaard moest overgeven voor hij op missie ging; de misère tijdens missies van waarnemer Jaap Boom; boordschutters die flauw vielen van de spanning. Niet iedereen haalde het einde van de ‘tour of operations’ door te verongelukken of door ‘gevechtsstress’. De mensen die een teveel aan stress hadden kregen dan een ‘HeeftHetNietMeer-medaille’. Slechts enkelen begonnen aan een tweede ’tour of operations’. Ten slotte komt in het boek de tijd na de oorlog aan de orde. Het beschrijft onder andere waar mensen uiteindelijk terecht kwamen en wat vliegen gedurende de oorlog in hen aangericht had; dit waren onder andere stress, emotionele- en gedragsproblemen, maar ook slaapproblemen; Onder andere de gevolgen voor Daan Brand kwamen aan bod. Hij was voormalig vlieger van het 320 Sqn en viel regelmatig uit bed, omdat hij zijn parachutesprong uit juni 1944 ‘overdeed’. Het moeten helse tijden geweest zijn.

    Nederland is een schitterend, en ook waardevol boek rijker geworden met een berg mooie zwart wit- en kleurenfoto’s die ik nog nooit gezien had; enkele mooie infographics en bovenal boeiende en goed toegankelijke content. Ik kijk uit naar de volgende publicatie van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie. Chapeau Erwin van Loo!


      Geef een antwoord

      Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.