We gaan terug naar de vijftiger tot met de zeventiger jaren. Van 1955 t/m 1975 was er in Vietnam, Laos en Cambodja een oorlog die bijna 20 jaar duurde. Kern van het verhaal was dat de communisten te veel macht leken te krijgen in die regio en dat moest voorkomen worden, vonden enkele landen waaronder de V.S. Onder andere in Vietnam proberen de V.S. met enkele co-partners de communisten te verdrijven om te voorkomen dat ze Zuid Vietnam bezetten. De cijfers van die oorlog zijn indrukwekkend en spreken boekdelen; alleen al de US Air Force vloog alles bij elkaar 5,25 miljoen missies en verloor hierbij 2.251 vliegtuigen. In totaal verloren de V.S. meer dan 5.000 helicopters van verschillende types. Met de aantallen gewonden en doden ga ik je niet vermoeien….veel. Of het daar dus zo gezellig was weet ik zo net nog niet en Robert Mason is daar volgens mij ook niet zo zeker van.
Robert Mason neemt ons mee in zijn verhaal dat begint in 1964. Een lang gekoesterde droom gaat in vervulling als hij in het Amerikaanse leger, bij ‘the Cav’, een opleiding mag doen tot helicopterpiloot. Het was een tijd dat de koude oorlog hoogtij vierde en de strubbelingen tussen de V.S. en de communistische krachten in Vietnam en omgeving sterk toe namen. En zo kreeg ook Robert Mason bericht dat ook hij de dans in Vietnam niet kon ontspringen. Hij liet zijn vrouw en pas geboren jongen alleen achter laten om met het schip richting het verre oosten te vertrekken.
In Vietnam aangekomen vliegen we met Robert Mason mee naar diverse kampementen in het zuid-oosten van Vietnam, omgeving Pleiku, Dak To, Qui Nhon, Bong Son. Hij vertelt over het leven in de kampementen; over hoe de kampementen zo nu en dan onder vuur liggen; hoe de ‘days off’ ingevuld worden met vrouwen en drank; hoe zijn helicopter net de mijnenvelden kan ontwijken of net niet; zijn slapeloze nachten en hij vertelt uiteraard over de talloze talloze meestal gevaarlijke missies.
De missies bestaan hoofdzakelijk uit het vervoeren van materieel en middelen en ‘grunts’ (knorren) -oftewel de gewone soldaat- naar en vanaf gebieden waarin gevochten werd, variërend van de eindeloze jungle tot rijstvelden. Als soldaten of munitie afgeleverd werden, gingen er vaak gewonden en doden mee terug naar ziekenhuizen en de thuisbasis. Ik schrijf ‘gewonden en doden’ maar het kwam regelmatig voor dat er niet meer van over was dan een arm, een hoofd of een deel van de romp. Het was met grote regelmaat een bloederige bedoeling in de UH-1. Mason beschijft zijn angsten en die van zijn bemanningsleden tijdens de vele malen dat aangevlogen werd op de gevaarlijke ‘landingzones’ (LZ). ‘Charlie’ oftewel ‘VC’ of de ‘Vietcong’ verwelkomde de helicopters dan met allerlei varianten van hinderlagen. Al naderend werd er dan vaak uit voorzorg met boordkanonnen geschoten vanaf ‘gunschips’. Dat aanvliegen gebeurde meestal met enkele maar soms ook met tientallen helicopters. Beelden die we ons nu niet meer kunnen voorstellen.
Uitgebreid komt het vliegen in helicopters aan bod en met name hoe je in netelige situaties (zoals die met weinig ruimte of met weinig vermogen, zware lading) toch kan landen en vertekken en het maximale uit helicopters kan halen. Een must-read dus voor helicopterpiloten. Door de tijd heen slaapt Robert Mason steeds slechter, raakt hij meer en meer vermoeid en cynischer over de oorlog zélf; wat doet hij in godsnaam in Vietnam en waar is de oorlog nu helemaal goed voor?
Wat dit boek een echte topper maakt is dat Robert Mason vanuit de ik- en we-vorm alle ervaringen ‘down to earth‘ met je deelt. Hij schrijft wat hij zag, meemaakte en dacht en dat is zo nu en dan gewoonweg rauw, bot, vreselijk, aangrijpend maar ook mooi en dramatisch. Hij schrijft eerlijk en oprecht over het mannenleven in een oorlog ver weg van huis en gezin in combinatie met de waanzin van de oorlog en alles wat dit met zich mee brengt. Je reist en leeft hierdoor dik 2 jaar lang intens met Robert Mason samen waarbij geen dag hetzelfde of te gek is. In totaal vliegt hij meer dan 1.000 missies in zijn UH-1 ‘Huey’.
Uiteindelijk vliegt hij in juli van 1966 terug naar de V.S. en is hij een klein jaar in Vietnam geweest (de oorlog gaat daar dan nog 9 jaar door!) Ongeveer 1 op 5 bemanningsleden overleefde het niet. Robert Mason gelukkig wel en hij leverde 18 jaar na terugkomst met dit aangrijpende boek een waar meesterwerk af.
Het Engels is voor not-native-speakers soms niet al te goed leesbaar. Er komt veel leger-jargon in voor maar als je daar even door heen leest is dit nu net de sjeu die dit boek zo goed en meeslepend maakt.
@Photos used with permission of the author
Geef een antwoord