De RAF- campagne voor luchtoverwicht boven de grens tussen India en Burma en dat daarna oostwaarts uitrollen is het onderwerp van deze studie. Langs de Indiase grens lukte dat na de inzet van Spitfires vanaf september 1943. Het oostwaarts -boven Burma en later Malakka – uitrollen maakte pas kans nadat de US Army Air Force lange afstand jagers als de Mustang en Lightning beschikbaar maakte. Pas in april 1945 was daadwerkelijk sprake van een luchtoverwicht op de Japanse Legerluchtmacht.
Deze studie maakt vooral inzichtelijk dat de Japanse luchtmacht in Zuidoost Azië als onderdeel van het leger door niet- luchtmachtofficieren werd aangestuurd en zich feitelijk moest beperken tot grondsteun aan het leger. De kans om hun aanvankelijke luchtoverwicht uit te buiten door strategische doelen in India aan te vallen en zo de bevolking van India duidelijk te maken dat het einde van de Britse overheersing ook voor hun nabij was lieten ze daarmee door de vingers glippen.
De Britten pakten kun kans om hun luchtverdediging op te bouwen en na het beschikbaar komen van Spitfires ook daadwerkelijk effectief te maken. Het korte vliegbereik van de voor de verdediging van Albion ontwikkelde Spitfire maakte offensief opereren boven door Japan bezet Burma echter onhaalbaar. Dat de Amerikanen hun toen nog legerluchtmacht daar in de strijd brachten had als tweeledig doel; a) het beveiligen van de bevoorrading vanuit India voor de Chinese troepen van Generalissimo Chiang Kai-sjeck in hun strijd tegen de Japanners en b) het onttrekken van zoveel mogelijk Japanse strijdkrachten aan de strijd om de Philippijnen, Formosa en Okinawa. Over strategische inzet van luchtstrijdkrachten gesproken!
Dit boek onderwerpt deze ontwikkeling aan een grondige analyse. Als van een ui worden schil na schil achtereenvolgens luchtwaarschuwing, inzet van vliegtuigen, ondersteuning van grondoffensieven c.q. verdediging tegen Japanse aanvallen en uiteindelijk de inzet van lange afstandsjagers en – bommenwerpers om luchtoverwicht te veroveren, afgepeld. Weliswaar vanuit verschillende invalshoeken belicht maar steeds hetzelfde strijdtoneel behandelend geeft je dat als niet-wetenschappelijk geïnteresseerde lezer wel een deja vu gevoel.
Opvallend is ook de toch wel erg eenzijdige Britse kijk op dit onderwerp; slechts sporadisch komt de Amerikaanse visie aan bod en ‘zero’ Japanse blik op dit strijdtoneel. Wat ik ook mis zijn foto’s van de over en weer ingezette vliegtuigen. Alleen op het kaft staat een Spitfire. Wel zijn een drietal instructieposters opgenomen die de geallieerde vliegers moeten inprenten dat onder geen omstandigheid een dogfight met Japanse jagers mag worden aangegaan; het zekere recept voor zelfmoord! Van hoog inkomen, met maximale snelheid aanduiken en proberen de tegenstander te verrassen. Met of zonder succes daarna subiet wegwezen en het dan opnieuw proberen. Een heel andere strijdwijze dan de Britten in de Battle of Britain hadden ontwikkeld!
Tot slot dit: de na Pearl Harbor onweerstaanbare opmars van Japan’s vloot, leger en luchtmachten verbijsterde aanvankelijk de Britten zodanig dat ze serieus dachten met Duitse vliegers en vliegtuigen te maken te hebben. Dat niet serieus nemen van de Japanse luchtstrijdkrachten ging zo ver dat de Royal Navy bij het opstomen van hun slagschepen Prince of Wales en Repulse bedankten voor het aanbod van de RAF voor luchtdekking.
Binnen anderhalf uur werden ze door Japanse bommenwerpers tot zinken gebracht. Pas na het inzetten van in de Battle of Britain geharde Britse vliegers werd de daarna intredende ‘verlamming’ van de RAF in Zuid-Oost Azië doorbroken.
Geef een antwoord